"Ik was vroeger bang voor honden"

Je zult het haast niet geloven, maar er was een tijd dat ik als kind bang was voor honden. Door een negatieve ervaring durfde ik niet meer bij ze in de buurt te komen. Toen ik de lieve viervoeter van een vriend leerde kennen, wist ik dat het dus ook anders kon. Zo kwam onze eerste haarbal in huis, waar ik jaren diverse trainingen en wedstrijden mee heb gedaan.

De trainingen met mijn hond zelf volgen smaakte naar meer. In 2001 behaalde ik de opleiding tot hondentrainer bij de Nederlandse Vereniging voor Instructeurs in Hondenopvoeding en Opleiding (O&O). Wat begon als een hobby, is uitgegroeid tot Doderer Hondenschool, waar ik nu al meer dan 23 jaar met veel plezier training geef aan hond en baas in Leiderdorp, Leiden en omstreken.

Als oude rot in het vak zijn er nog maar weinig dingen die ik niet voorbij heb zien komen. Maar ik tart het lot natuurlijk niet. Om jou en je hond de best mogelijke hondentraining te geven, houd ik mij altijd op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen via literatuur en seminars.

Durf te vragen - aan Peter

1. Al meer dan 23 jaar hondentrainer. Wat is een groot hoogtepunt?

Peter: “Wanneer mensen die (heel) vroeger bij mij hebben getraind met hun hond, na al die jaren weer contact opnemen om met hun nieuwe pup of aanwinst wederom bij mij willen komen trainen. Geen groter compliment dan dat.”

2. Labrador Retriever of Drentsche Patrijshond?

“Haha gemene vraag, want ik heb allebei de rassen gehad natuurlijk. Ze hebben veel gemeen, bijvoorbeeld het retrieven, maar zijn tegelijkertijd ook weer ontzettend verschillend, met name in karakter en doorzettingsvermogen. Het is dan ook zo belangrijk te weten wat je met een hond wel (of niet!) wilt gaan doen, welk ras je in huis haalt en wat de karaktereigenschappen van het ras zijn. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.”

3. Wat is een veelvuldig gehoord cliché?

“‘Mijn hond is dominant’. Die hoor ik zo vaak. Maar de dominante hond bestaat niet. Een hond kan dominant gedrag vertonen, maar hoeft dan niet dominant te zijn. Dat is een wezenlijk verschil. Er bestaan zoveel misvattingen over dominantie en dit woord wordt dan ook veel te snel en foutief op een hond toegepast. Meestal als mensen het woord ‘dominantie’ in de mond nemen, bedoelen ze agressie, karaktereigenschappen van de hond of imponeergedrag. Dat is totaal iets anders.”

4. Waar ben je trots op?

“Dat ik dit als ‘hobby’ al meer dan 20 jaar doe en nu mijn oudste dochter er ook bij is gekomen. Ik geniet van het samenwerken.”

5. Wat zijn je meest befaamde woorden op het veld?

“In deze vluchtige maatschappij kunnen mensen tegenwoordig geen geduld meer opbrengen, in de breedste zin van het woord. Dit zie ik ook terug op de trainingen. Eigenaren willen dat hun hond binnen een week alle commando’s kent en nooit meer een fout maakt. Maar iets uitvoeren terwijl de hond tegelijkertijd zoveel ziet, ruikt en hoort terwijl wij iets van het beestje verlangen, dat is knap lastig! Het is zo belangrijk om rustig en consequent te blijven. Dan komt het echt wel. Dus wat je mij op het trainingsveld veelvuldig hoort zeggen: geduld, geduld, geduld.”

6. En thuis?

“Doet ‘ie anders nooit :P” (de hond dan :D)